Eisen activiteit Architectuur
- Ticket of kaartje is bij het verslag toegevoegd.
- Bij twijfel of je een gebouw wel mag gebruiken, informeer bij je docent.
- Lettertype Arial 12 pnt
1. Waarom heb je gekozen voor deze culturele activiteit?
2. Wat verwacht je van deze culturele activiteit, wat stel je je erbij voor? Omschrijf wat je verwacht te zien, te horen en te beleven.
3. Welke bronnen heb je gebruikt om je te informeren?
4. Geef een omschrijving van de culturele activiteit. Vertel onder meer iets over de makers en de uitvoerders, de achtergronden, de stijl, het land / de periode waaruit het kunstwerk komt enzovoort. Hierbij moet duidelijk naar voren komen, dat je bovenstaande bronnen gebruikt hebt om je te informeren.
5. Geef minstens twee aandachtspunten waarop je speciaal gaat letten bij je bezoek. Deze aandachtspunten verwerk je later in je belevingsverslag.’
Belevingsverslag
Verwerk de onderstaande vragen in je belevingsverslag. Maak er één geheel van, van tenminste 2 A4. Verwerk in je verslag afbeeldingen die de inhoud illustreren.
Wat zie je? Hoe verhoudt het gebouw zich met de omgeving?
- opgenomen in omgeving
- contrast met omgeving
- gebouw domineert omgeving
Wat zie je? Welke materialen vallen op? (Kies een of meer)
- baksteenmetselwerk
- natuursteen
- pleisterwerk
- beton
- staal (constructie)
- houtkunststof (prefab?)
- glas
- opvallende materiaalcombinaties
Wat zie je? Wat is de grondvorm van het gebouw?
- grote ‘doos’-vormen
- structuur van ‘blok’-vormen
- organische vormen
Wat zie je? Hoe verhoudt de façade met de rest van het gebouw? (Façade = voorgevel]
- façadebouw: façade domineert rest gebouw
- façade en bouwvolumes vormen een geheel
- geen echte façade: bouwvolumes bepalen uiterlijk gebouw
Wat zie je? Valt de entree van het gebouw op?
- entree krijgt veel nadruk: hoe?
- entree is weinig opvallend
- gebouw mist centrale entree: waarom?
Wat zie je? Wat valt op aan de constructie?
- duidelijk zichtbare skeletbouw
- skeletbouw verborgen achter (vlies)gevels
- geen skeletbouw, dragende muren
Werkwijze: Waardoor heeft de architect zich laten leiden?
- functionele architectuur: less is more
- bestaande tradities, oude stijlen
- veel niet-functionele extra’s: less is a bore
Functie: Verwijst de architectuur naar de gebruiksfunctie van het gebouw?
- ja, gebouw sluit aan bij traditionele vorm (welke?)
- ja, niet traditioneel maar wel herkenbaar: hoe?
- nee, gebouw zou ook andere functie kunnen hebben
Betekenis: Welke associaties roept het gebouw op?
- status, macht
- gesloten bolwerk, vesting
- veel uiterlijk vertoon (extravagant)
- open, toegankelijk gebouw
- pure, ‘abstracte’ architectuur
- klassiek of traditioneel