Beantwoord de onderstaande vragen in tweetallen of alleen. De antwoorden noteer in je Pages of Word. Deze lever je weer in via Magister -> opdrachten.
Opdracht 1
- Wanneer spreken we van schoonheid in kunst? Wanneer we iets mooi vinden of door iets geraakt zijn? Of omdat we dat altijd al binnen onze traditie als mooi en waardevol hebben bestempeld?
- Wat zegt schoonheid (of lelijkheid) over onze waarden?
- Is mooi in kunst hetzelfde als mooi in de natuur?
- Zijn er gradaties binnen het begrip schoonheid?
- Wie of wat bepaalt eigenlijk wat mooi of lelijk is?
- Is universele schoonheid mogelijk?
- In hoeverre noemen we iets ‘lelijk’ wanneer we eigenlijk vinden dat iets ongewoon is, of anders?
- Blijven we altijd hetzelfde mooi vinden en … in hoeverre zijn schoonheid en lelijkheid gebonden aan tijdgeest en/of aan (het perspectief vanuit) een specifieke cultuur?
Opdracht 2
- Welke vormen van kunst (of specifieke kunstwerken) roepen bij jou/ jullie een uitgesproken gevoel van schoonheid of lelijkheid op? Denk bijvoorbeeld aan (bepaalde) muziek, architectuur, design, mode?
- Welke criteria (bijvoorbeeld proporties) kan je gebruiken om dit te onderzoeken? Wat is de houdbaarheidsdatum van dergelijk criteria? Vinden we iets altijd lelijk of mooi?
- Waarom zouden we van mening of oordeel veranderen?
- Welke kunstvormen en/of kunstwerken (of composities of choreografieën etc.) zou je als klas plaatsen in een hedendaagse set van Schone Kunsten? Beargumenteer de keuzes
Opdracht 3
Ieder mens is uniek en waardevol! Toch kijken we bewonderend naar mensen die in onze ogen over bepaalde schoonheid beschikken en/of waarvan we zeggen ‘dat is een schoonheid’! Welke schoonheidsidealen van vroeger (of nu) spelen vandaag de dag een rol, denk aan bijvoorbeeld kleine voeten, lange nekken, piercings en tattoos. Op welke manier wordt er met dergelijke ideaalbeelden gespeeld in de hedendaagse beeldcultuur?